Gedurende de winter slapen egels in zelfgebouwde nesten van gras, bladeren, stro, varens en riet. Ze kunnen ook een gezellige plek vinden om te overwinteren in schuurtjes, composthopen, houtstapels en onder heggen, hekken of struiken. Het is echter een goed idee om ze een huis te geven waar ze ongestoord kunnen overwinteren. Dat kan een schuurtje zijn, een huisje van bakstenen of een wijnkist!
De vereniging beveelt aan dat het beste type egelhuis gemaakt wordt van hout dat behandeld is met een verduurzamingsmiddel op waterbasis. In geen geval mogen ze gecreosoteerd worden of behandeld met een ander soort verduurzamingsmiddel dat niet op waterbasis is, omdat dit schadelijke dampen veroorzaakt die egels kunnen doden. Het beste ontwerp van egelhuizen is een ruim compartiment met een kleinere toegangstunnel. De toegangstunnel moet smal genoeg zijn om te voorkomen dat honden en dassen naar binnen kunnen, maar breed genoeg voor egels om naar binnen en naar buiten te gaan. Het is ook een goed idee om je egelhuis van een dak te voorzien, want dat helpt om het droog en warm te houden.
Een ‘egelhuis’ kan zo simpel zijn als een wijnkist, een plastic opbergdoos, een plantenbak of een omgekeerd melkkrat met de opening aan de zijkant als ingang. Deze moet iets groter zijn dan het gat voor de tunnel, want egels kunnen heel wat materiaal in hun nest kwijt! Het is een goed idee om de binnenwanden te bekleden met een laag gedroogde bladmulch of stro om de egel te helpen zich thuis te voelen.
Het is belangrijk dat het egelhuisje op een rustige, beschutte en schaduwrijke plek wordt geplaatst, uit de buurt van plaatsen waar het gestoord kan worden, bij voorkeur onder of bij een bank, heg of tuinhuisje. Het moet uit de wind staan (nooit naar het noorden of noordoosten) en gecamoufleerd worden met takken/twijgen/bladeren of een dekzeil. Indien mogelijk moet het worden geïsoleerd en geventileerd door enkele kleine gaten in de zijkant te boren. Het moet minstens eenmaal per jaar in het voorjaar worden schoongemaakt, maar alleen als er geen egels in overwinteren.
Als er toch een egel in je huis komt wonen, is het essentieel om hem tijdens de winter ongemoeid te laten, omdat hij het risico loopt te verhongeren. Het is een heel goed idee om je egel te voeren met een combinatie van vleesresten (rundvlees, kip, kalkoen, lam), granen en groenteschillen. Het wordt aanbevolen om het voedsel fijn te hakken of te pureren, want egels geven de voorkeur aan zachter voedsel. Het is ook een goed idee om wat hooi of gedroogd grassnippers in het egelhuisje te leggen als bodembedekking voor de egels.
Je kunt ook egel ‘voedselblokjes’ maken om in te vriezen en aan de egels te voeren door ze te maken van gehakt rundvlees, kip of kalkoen en er wat fijngehakte ui, knoflook, wortel en appel aan toe te voegen. Eén tot twee van deze blokjes zijn een volledig dagrantsoen voor een egel.